Kopafbeelding

Google                                                                 
Stuur een mail naar de Begeleidingsdienst voor Vrijescholen: P. van Meurs
Stel een vraag
Onderdeel deel:

B Met elkaar in verband brengen

Verschillende voorstellingsvormen met elkaar in verband brengen - Gegevens verzamelen, ordenen en weergeven Patronen beschrijven

1-fundament

Toelichting en voorbeelden bij 1-fundament

Toelichting en voorbeelden bij 1-streef

Functioneel gebruiken

Functioneel gebruiken

Functioneel gebruiken

  • Eenvoudige patronen (vanuit situatie) beschrijven in woorden, bijvoorbeeld:
    vogels vliegen in V-vorm. “Er komen er steeds 2 bij.”

Eenvoudige patronen (vanuit situatie) beschrijven in woorden en gebruiken in toepassingssituaties.

  • Vogels vliegen in V-vorm. “Er komen er steeds 2 bij.”  Kun je dit tekenen?
  • Rachel rijgt een ketting, ze maakt een patroon: steeds
    3 gele kralen en dan 2 rode kralen. Kun je dit tekenen?
  • Kijk eens naar de ketting van Bram.
    lŸŸŸllŸŸlllŸlŸŸŸllŸŸ......
    Leg eens uit hoe het patroon is, dan kan ik het ook maken.

Patronen (vanuit situatie) beschrijven in woorden.

  • Opa vertelt dat hij een terras maakt met grote en kleine tegels. De kleine tegeltjes legt hij om elke grote tegel heen. Hoe ziet dat terras er dan bijvoorbeeld uit?
  • Je hebt een mozaïekfiguur gemaakt. Hoe kun je aan een ander vertellen hoe het patroon eruit ziet, zodat een ander het ook kan tekenen? Welke woorden gebruik je?

Overgenomen uit: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S  SLO